Om inzicht te krijgen in de beleving van het woonklimaat door de bewoners wordt eens in de twee jaar een bewonersenquête gehouden. Op deze pagina vindt u informatie over de tweede bewonersenquête uit het najaar van 2012. Op andere pagina's vindt u de informatie over de bewonersenquêtes van 2010, 2014, 2017, 2019 en 2021.
Steekproef en onderzoeksopzet
De bewonersenquête is uitgevoerd in de vorm van een enquête die schriftelijk of via internet kon worden
ingevuld. Begin oktober 2012 ontvingen 5810 inwoners
van 18 jaar en ouder een brief ondertekend door het college van burgemeester en
wethouders met inlogcodes voor de internetvragenlijst. Twee weken later ontving
iedereen die de enquête nog niet had ingevuld een nieuwe brief met een papieren
vragenlijst en antwoordenvelop plus nogmaals de inlogcodes. Weer drie weken later
werd nog een herinneringsbrief verzonden. In 2010 waren er slechts twee contactmomenten:
toen ontving iedereen direct de papieren vragenlijst. Bij de steekproeftrekking is
ervoor gezorgd dat per adres maximaal een persoon werd aangeschreven. De steekproef
is daarnaast zodanig getrokken dat per buurt ten minste ongeveer 50 en per wijk
ongeveer 200 respondenten werden verwacht. Het veldwerk van de enquête is verzorgd
door Oostveen Beleidsonderzoek en Advies. De volledige vragenlijst is niet opgenomen
in deze Wijkatlas, maar is desgewenst op te vragen bij het onderzoeksbureau.
Respons
Van de 5810 in 2012 uitgezette enquêtes werden er uiteindelijk 3105 ingevuld
via internet of teruggestuurd per post. De respons bedroeg daarmee 53%. Dat
is een goed resultaat voor een vragenlijst in deze regio. Het responspercentage is
duidelijk hoger dan in 2010 (44%). Van de respondenten vulde in 2012 57% de vragenlijst
via internet in en 43% op papier. In 2010 koos nog 74% voor de papieren vragenlijst.
Op buurtniveau was de respons het laagst in de buurten Prinsenhof hoogbouw (39%), De
Heuvel (44%) en Voorburg Noord (45%) en het hoogst in Duivenvoorde en de Verzetsheldenwijk
(65%). In de andere buurten lag de respons tussen 46 en 64%. Op wijkniveau liep de respons
uiteen van 43% (Prinsenhof) tot 63% (De Zijde/Duivenvoorde/Park Veursehout), zoals blijkt
uit onderstaande tabel.
Wijkindeling |
Bevolking |
Steek- |
Respon- |
Respons |
Respons |
1 De Zijde / Duivenvoorde / Park Veursehout Gemeente totaal |
3956 56892 |
486 5810 |
305 3105 |
63% 53% |
50% 44% |
In de vragenlijst is gevraagd naar leeftijd en geslacht. Dat maakt het mogelijk om op deze kenmerken de respondenten te vergelijken met de bevolking van 18 jaar en ouder. De responscijfer per groep worden getoond in de tabel hieronder. De verschillen in respons naar leeftijd zijn groter dan naar buurt. Vooral in de jongste leeftijdsgroep (18-24 jaar) is de respons laag maar sinds 2010 wel gestegen van 19% naar 26%. Onder de andere leeftijdsgroepen varieert de respons van 43% tot 65%. Onder vrouwen is de respons groter (56%) dan onder mannen (50%). Dit soort verschillen naar leeftijd en geslacht is gebruikelijk bij gemeentelijke bewonersenquêtes.
Totale bevolking vanaf 18 jaar, steekproef en respons naar leeftijd en geslacht (2012)
Categorie |
Bevolking |
Steek- |
Respon- |
Respons |
Respons |
18-24 jaar |
4793 |
489 |
127 |
26% |
19% |
Weging
Door de wijze van steekproeftrekking (een vast aantal per wijk of buurt)
zouden kleinere buurten en wijken oververtegenwoordigd zijn in de enquête.
Daarom is bij de berekening van de cijfers op hogere niveaus (wijk, gemeente)
een weging toegepast op buurtniveau (op de verhouding tussen het aantal
respondenten en de bevolking vanaf 18 jaar).
Onbetrouwbaarheidsmarges
Bij onderzoek in de vorm van enquêtes via steekproeven is altijd sprake van
bepaalde onbetrouwbaarheidsmarges. De werkelijke cijfers onder de totale
bevolking kunnen daardoor iets afwijken van de gevonden percentages zoals
die in dit rapport worden gepresenteerd. Hoe groot die marge is, is
afhankelijk van het aantal respondenten, de totale populatie (aantal
inwoners vanaf 16 jaar) en de gevonden percentages (tussen de 30-70% is de
marge breder dan bij heel hoge of lage percentages van 5-10 of 90-95%). Bij
percentages bedraagt de marge bij dit onderzoek maximaal 2% bij cijfers op
gemeenteniveau en maximaal 6-7% op wijkniveau. De marges per wijk bij
gevonden percentages van 40% en 10% zijn weergegeven in onderstaande grafiek.
Op buurtniveau zou die marge groter zijn (tot bijna 20%). Omdat de cijfers
dan feitelijk niet meer bruikbaar zijn, worden op buurtniveau geen
percentages uit de enquête weergegeven.
Anders ligt dat bij rapportcijfervragen en samengestelde schaalscores. Omdat
respondenten daarbij genuanceerder kunnen antwoorden zijn de marges kleiner.
De marges bij deze rapportcijfers en schaalscores zijn afhankelijk van het
aantal respondenten, de populatie en de standaardafwijking van het betreffende
onderwerp. De marges bedragen ongeveer 0,3-0,5 punten op buurtniveau, 0,2-0,3
punten op wijkniveau en 0,1 punten op gemeenteniveau.Bij deze rapportcijfers
en schaalscores worden daarom de
resultaten in de database wel op buurtniveau weergegeven. In dit rapport
worden buurtcijfers genoemd indien ze sterk afwijken van het wijkgemiddelde.
Het aantal respondenten per buurt loopt uiteen van 56 tot 231 (uitgezonderd
de kleine buurt Schakenbosch met 20 respondenten).
Onbetrouwbaarheidsmarges per wijk bij percentages van 40 en 10% (2012).